Provincies gaan op dieet, maar daar merkt u niks van

Op 8 augustus 2016

De Vlaamse regering heeft in alle stilte het licht op groen gezet voor de afslanking van de provincies. Ze heeft definitief beslist welke activiteiten naar Vlaanderen of de gemeentes worden overgeheveld. U zult er echter weinig van merken.

Over de grote lijnen van de provinciehervorming vond de Vlaamse regering al een compromis. De provinciebesturen spelen hun persoonsgebonden bevoegdheden - sport, ontspanning, cultuur en welzijn - kwijt en geven die af aan Vlaanderen of de gemeenten. Het aantal provincieraadsleden wordt gehalveerd en het maximaal aantal gedeputeerden zakt van zes naar vier. Ook over de financiering gooiden de coalitiepartners het op een akkoord: via een kunstgreep wordt de hervorming een fiscaal neutrale operatie. "Niemand zal dus een euro extra belastingen betalen", maakt minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) zich sterk.

Maar de Vlaamse regering bikkelde lang met de provincies en de gemeentes over het overhevelen van de provinciale activiteiten. Want hoe beslis je dat? Heel wat gemeentes zitten niet te wachten op de bevoegdheid over een extra museum. Bovendien droegen verschillende gemeentebesturen juist uit financiële noodzaak een museum, cultuurhuis of sportcentrum over aan de provincies. Het cultureel centrum de Warande in Turnhout is daar een voorbeeld van. N-VA wilde bovendien zo veel mogelijk activiteiten naar de gemeenten overhevelen, iets waarvoor CD&V - de partij met de meeste burgemeesters in haar rangen - op de rem stond. De concrete uitwerking had dus heel wat voeten in de aarde, maar de Vlaamse regering hakte eind juli tijdens een elektronische ministerraad de knoop door. De stad Antwerpen krijgt bijvoorbeeld het Modemuseum, het Fotomuseum en het Museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamanten in handen. Maar wat als die binnen een jaar beslist dat het Fotomuseum toch niet zo'n meerwaarde is voor de stad? Dreigt dan een museum te verdwijnen en het personeel zijn job te verliezen?

Geen loon kwijt

"De budgetten verhuizen mee naar het nieuwe niveau", zegt Luk Lemmens, voorzitter van de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP). "Bovendien worden bijvoorbeeld die drie musea in een stichting van openbaar nut ondergebracht, waardoor ze hun werking onafhankelijk kunnen voortzetten. Er is dus een garantie dat ze allemaal kunnen blijven." En niet alleen voor die instellingen zijn akkoorden over het voortbestaan gemaakt. Verschillende provinciale ambtenaren worden nu ook plots gemeentelijk of Vlaams ambtenaar. "Maar het personeel mag niet het slachtoffer worden van de hervorming en zal dus niet aan loon inboeten", benadrukt Lemmens. Op het kabinet-Homans is te horen dat het behoud van hun 'graad', anciënniteit, salaris en premies in de wet is vastgelegd.

Opmerkelijk is dat de provincies ook lang niet alle activiteiten die met sport, ontspanning of cultuur te maken hebben, kwijtspelen: ze behouden verschillende provinciale domeinen, zoals dat van Puyenbroeck in Wachtebeke of De Gavers in Geraardsbergen. En ook het Suske en Wiske-museum in Kalmthout blijft de verantwoordelijkheid van de provincie. N-VA heeft daar dus ook wat toegevingen moeten doen aan coalitiepartner CD&V.

Worst wezen

De hervorming gaat in vanaf 1 januari 2018. Maar er verdwijnen geen instellingen of activiteiten en we zullen er niet meer of minder voor moeten betalen. Met andere woorden: de burger zal er niet al te veel van merken. "Klopt", zegt Lemmens. "Om het met een boutade te zeggen: het zal de burger worst wezen welke instelling de dienst voorziet, als die dienst er maar is en goed is."

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is