U bent hier
Vooronderzoek Sint-Romboutskathedraal kan starten met Vlaamse steun
De Vlaamse overheid heeft 500.000 euro toegekend voor de restauratiewerken aan de Sint-Romboutskathedraal. “Met dit geld kunnen we starten met een vooronderzoek van de afwerkingslagen en met een stabiliteitsonderzoek.”, vertelt gedeputeerde voor Erfgoed Luk Lemmens.
Nu de restauratiewerken aan de Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal van Antwerpen bijna zijn afgerond, richt het provinciebestuur haar pijlen op de tweede kathedraal op haar grondgebied: de Sint-Romboutskathedraal te Mechelen. Ook voor deze restauratiewerken kan de provincie rekenen op steun van de Vlaamse overheid, die kende een restauratiepremie toe voor fase 3 en fase 4 van de restauratie.
Minister-president van de Vlaamse Regering en minister voor Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois kende de ondersteuning toe aan de provincie Antwerpen. Vlaanderen draagt 80% van de restauratiekosten. Gedeputeerde Luk Lemmens is zeer tevreden met de Vlaamse steun: “In totaal gaat het om zo’n half miljoen euro. Met deze middelen kunnen we een uitgebreid vooronderzoek organiseren naar de vele afwerkingslagen in de kathedraal. Zo kunnen we de restauratiewerken historisch-wetenschappelijk onderbouwen en vermijden we dat we onomkeerbare schade aanrichten. Vroeger ging men gewoonlijk meteen naar de oudste laag, waardoor soms verschillende eeuwen aan historisch materiaal verloren ging. Met dit vooronderzoek willen we zulke zaken vermijden.”
De resultaten van het vooronderzoek zullen gebruikt worden voor een proefrestauratie, die een beeld zal kunnen geven van het totale kostenplaatje voor de volledige restauratie van het Mechels monument. Daarnaast wordt ook nog een stabiliteitsonderzoek uitgevoerd. Luk Lemmens: “Sint-Rombouts heeft te kampen met scheurtjes aan sommige gewelven. Dankzij een stabiliteitsonderzoek willen we de ideale manier achterhalen om dit op een esthetische wijze te restaureren en de scheurtjes weg te werken.”
De provincie Antwerpen hoopt de volledige restauratiewerken aan de kathedraal in iets meer dan tien jaar te kunnen afronden. “Als alles -en dan bedoel ik werkelijk alles- meezit kunnen we in 2025 klaar zijn met de restauratiewerken, maar in een eeuwenoud gebouw van deze proporties ontdek je elke dag nog nieuwe kunstschatten en nieuwe uitdagingen.”, besluit Luk Lemmens.