Waardering voor kennis over karren en inzet van vrijwilligers

Het Karrenmuseum viert zijn 45-jarige bestaan. Mede dankzij de jarenlange inzet van de vele vrijwilligers werd het Karrenmuseum gisteren bekroond met de titel erkend regionaal museum. Dat wil zeggen: meer subsidies.

Het Karrenmuseum opende in 1971 officieel zijn poorten, met in het toen nog gratis toegankelijke wandelpark een collectie karren en landbouwalaam. In die 45 jaar is er veel veranderd op het gebied van verzamelbeleid en behoud en beheer van verzamelingen, maar de vrijwilligerswerking in hetKarrenmuseum is een constante. Met een vijftigtal vrijwilligers slaagt het Karrenmuseum erin om met beperkte middelen toch verder te groeien als museum dat geliefd is bij jong en oud.

Het nieuws van de erkenning werd als verrassing bekendgemaakt bij het inhalen van een speciale karrenstoet. De optocht gebeurde in stijl. Aan de vrijwilligers werd gevraagd om in kleding te komen van honderd jaar geleden. “Nee, wij wisten van niets”, zegt een vrijwilligster. “We hebben alleen een uitnodiging gekregen om hier vandaag, liefst in gepaste kledij, aanwezig te zijn. Waar de rit ons heenbrengt, weten we niet.” De zes rijtuigen die klaarstonden, vervoerden de vrijwilligers naar het gemeentehuis.

Enthousiasme

Tien jaar geleden al ijverde de toenmalige conservator Lode Jordaens ervoor om het Karrenmuseum te laten erkennen. Dankzij het toenmalige bestuur en de vrijwilligers werd in 2007 de basiserkenning binnengehaald. Sinds gisteren mag het Karrenmuseum de titel van 'erkend regionaal museum' voeren.

“De positieve benadering, het enthousiasme en het engagement van dit team maakten dat een relatief bescheiden museum gestaag kon groeien”, zegt Luk Lemmens (N-VA), gedeputeerde voor cultuur en erfgoed. “De nog steeds groeiende collectie, infrastructuurverbeteringen, historisch onderzoek naar de geschiedenis van de karren, het restauratiewerk en kennis over de wagenmakerij, de vrijwilligerswerking en het management werden met Kempische nederigheid gerealiseerd. Die expertise wordt nu al nationaal en internationaal gewaardeerd. Deze regionale indeling zet het Karrenmuseum in Essen in de schijnwerpers.”

“Voor Essen is het Karrenmuseum een belangrijk uithangbord”, zegt burgemeester Gaston Van Tichelt (CD&V). “Het is belangrijk dat het Karrenmuseum blijft evolueren. De regionale erkenning biedt mogelijkheden om op een positieve manier door te gaan. Dat zal het toerisme, niet alleen in Essen maar in de hele regio, ten goede komen.”

“Dit is zeker een erkenning voor de vrijwilligers die zich inzetten voor ons museum”, zei directeur Leo van den Berg trots.