Eikenprocessierupsen in opmars, provincie breidt ondersteuning gemeenten verder uit

Door het grote aantal rupsen dit jaar en de vele recreanten in de natuur, vreest provincie Antwerpen voor grote overlast. De ondersteuning aan gemeenten wordt gevoelig uitgebreid, zodat gemeenten de overlast op een efficiënte en ecologische manier kunnen aanpakken.

Jan De Haes, gedeputeerde voor Milieu en Natuur: “De provincie volgt de verspreiding en de ontwikkeling van de rupsen op het terrein en staan in contact met de gemeenten, civiele bescherming en brandweer. Zo kunnen we snel reageren wanneer gemeenten en aannemers de overlast niet meer de baas kunnen. De gemeenten kunnen intussen rekenen op een uitgebreid ondersteuningspakket, waaronder een boeiende opleiding over persoonlijke beschermingsmiddelen.”

Kapitein Evi Van Cleynenbreugel van Civiele Bescherming Brasschaat: “In de eerste plaats gebeurt het bestrijden van eikenprocessierupsen door de gemeenten of andere diensten, maar in uiterste nood kunnen de gespecialiseerde middelen van de Civiele Bescherming op vraag van gemeenten en provincies ook ingezet worden voor openbare domeinen. Omdat de Civiele Bescherming een hulpdienst is die over een uitgebreide technische knowhow en gespecialiseerde kennis beschikt over persoonlijke beschermingsmiddelen, willen we die kennis graag delen met de gemeentelijke medewerkers van de provincie Antwerpen die in het voorjaar geconfronteerd kunnen worden met deze rupsen.”

Doorgedreven ondersteuning gemeenten

Kathleen Verstraete, provinciaal expert eikenprocessierups, licht de bijkomende ondersteuningsmaatregelen toe: “Gisteren organiseerden we een opleiding rond persoonlijke beschermingsmiddelen, zo kunnen gemeentelijke medewerkers veilig op het terrein gaan. We kijken ook al naar volgend jaar, omdat gemeenten steeds meer geresponsabiliseerd worden om de rupsen zelf te bestrijden, voor ze aannemers of brandweer en Civiele Bescherming kunnen inschakelen. Zo staan er een samenaankoop voor professionele stofzuigers en een collectieve inzameling van oude rupsennesten op de planning.”